www.geluidsisolatiedokter.be
geluid en trillingen isoleren is mijn vak
productadvies
technische ondersteuning bij de selectie van de isolatoren
een ruim gamma trillingsisolatoren van topkwaliteit
levering uit voorraad
Technische installatie zoals pompen, CV-installaties, warmtepompen, airco's, wasmachines/droogkasten, ventilatie-units,… kunnen op 3 manieren voor geluidsoverlast zorgen:
Het afstralend geluid als gevolg van de injectie van trillingen in de gebouwstructuur heeft als frequenties:
De aandrijffrequentie of storende frequentie = het toerental van het apparaat delen door 60.
Bij de meeste elektrische apparaten met een vast toerental bedraagt de aandrijffrequentie 25 of 50 Hz.
Het afstralen wordt vaak omschreven als een "bromgeluid".
Hoe groter het verschil tussen de aandrijffrequentie en de afveerfrequentie hoe beter de trillingen geïsoleerd worden wat leidt tot een beperking van de geluidsafstraling.
Van zodra we een apparaat op een “veer” plaatsen ontstaat er een systeem met een eigenfrequentie of afveerfrequentie.
De statische deflectie of statische invering van de “veer” bepaalt de afveerfrequentie . Hoe meer de veer inzakt onder de belasting van de installatie hoe lager de afveerfrequentie wordt.
Statische deflectie = het aantal mm dat de trillingsisolator inveert onder het gewicht van het apparaat.
Hoe groter het verschil tussen afveerfrequentie en aandrijffrequentie hoe hoger het % trillingsisolatie.
Helaas zit de zwaartepuntpositie nooit in het midden en wordt elke steun anders belast. Hoe elastischer veer hoe meer de zwaarder belaste steunen gaan inveren ten opzichte van de minder belaste steunen. Hierdoor gaat het apparaat scheef komen te staan. Maar met niveleerkits valt dit aan te passen. Belangrijker is een zekere veiligheidsmarge in te rekenen zodat de zwaarder belaste veren niet overbelast worden waardoor ze gaan "verstijven" en dus minder goed werken.
Mikken we op 90% trillingsisolatie dan mag de afveerfrequentie maximaal 1/3 van de aandrijffrequentie zijn.
Als de aandrijffrequentie 50 Hz is dan mag de afveerfrequentie maximaal +/- 17 Hz bedragen. Om een afveerfrequentie van 17 Hz te bekomen moet een stalen veer +/- 1.1 mm statische invering hebben.
Indien de aandrijffrequentie 25 Hz is dan mag afveerfrequentie niet hoger zijn dan +/- 8 Hz. Om een afveerfrequentie van 8 Hz te bekomen moet een stalen veer +/- 4.4 mm statische deflectie hebben.
Hoe lager de aandrijffrequentie hoe meer statische deflectie we nodig hebben.
Mikken we op 99% trillingsisolatie dan moet de afveerfrequentie 1/10 van de aandrijffrequentie zijn.
Als de aandrijffrequentie 50 Hz is dan mag de afveerfrequentie maximaal 5 Hz bedragen. Om dit te bereiken hebben we een statische deflectie van +/- 1 cm nodig.
Met de stalen veren kunnen we afveerfrequenties van 5 Hz behalen.
Met de veren op basis van elastomeren zoals Sylomer of rubber zijn afveerfrequentie van 8 Hz te bereiken. Bij lage aandrijffrequenties kunnen we met deze isolatoren geen hoge% trillingsisolatie behalen.
Wanneer de afveerfrequentie en aandrijffrequentie te dicht bij elkaar liggen dan worden de trillingen niet geïsoleerd maar versterkt? Dit fenomeen noemt men opslingering.
Gewoon zomaar een veer waarvan de kenmerken onbekend zijn onder een apparaat plaatsen kan mogelijks het probleem erger maken.
BTW: BE0692.802.011
Copyright 2023 © Alle rechten voorbehouden